De kwekerij

Het roofvogelstation Hellenthal ziet haar hoofdtaak in de actieve PR voor natuur- en roofvogelbescherming. Echter, wij proberen niet alleen aan de hand van onze vliegprogramma’s, demonstraties en optredens buiten het park bezoekers te tonen hoe fascinerend en beschermwaardig deze indrukwekkende dieren zijn. Ook het fokken van zeldzame en deels bedreigde ‘heersers van de lucht’ is een belangrijk deel van onze taken, en dientengevolge een directe bescherming van deze vogelsoorten.

Voor veel roofvogel- en uilensoorten werden in de bijbehorende fokruimte specifieke condities behorende tot hun soort gecreëerd, zodat deze ongestoord hun jaarlijks broedseizoen kunnen doorlopen.

Bij ons worden de volgende vogelsoorten succesvol gekweekt:de saker-, slecht-, Indische lanner- en torenvalk, de zwarte wouw; de buizerd, als wel de roodstaart-, woestijn-, rosse ruigpoot- en arendbuizerd, de steenarend, de keizerarend, de Europese zeearend, de Amerikaanse zeearend; de zwarte gier; de oehoe en verschillende uilen soorten.

Met de roofvogels die in Hellenthal gefokt worden, worden tevens via herintroductieprogramma’s de verzwakte dierpopulaties in de vrije natuur versterkt.

JungeulenUiteraard zijn alle dieren in ons roofvogelstation gefokt door valkeniers, dierentuinen of wildparken, en net uit de vrije natuur gevangen.

Maar bijzonder noemenswaardig is de eerste kweek ter wereld van het Amerikaans wapendier, de Amerikaanse zeearend, welke sinds 1980 in Hellenthal word gekweekt.

Jungfalke

Jungvogelgruppe

Brütende Weisskopfseeadler

Van de ondertussen meer dan zestig adelaren bij ons geboren, werden Carol en Captain, beiden geboren in 1982 en gekweekt door dhr. Niesters, door voormalig Duits bondskanselier Helmut Schmidt en voormalig Duits minister van Financiën Dr. Otto Graf Lambsdorff overhandigd aan de destijds president van de Verenigde Staten, Ronald Raegan.

De vogels waren het officiële geschenk van de Bondsrepubliek Duitsland aan de president naar aanleiding van zijn eerste staatsbezoek. Nog steeds werken veel roofvogelstations, dierentuinen en valkerijen  nauw samen voor nationale en internationale soortbeschermings-, herintroductie- en uitzettingsprojecten, om het behoud van deze fascinerende dieren, ieder met zijn unieke vaardigheden en bijzonderheden,  te zekeren.

Reden voor de opkomst van de kwekerij was de snelle terugloop van roofvogels in het wild vanaf de tweede helft van de vorige eeuw. Eind 1960 waren in Europa veel roofvogel- en uilensoorten met uitsterven bedreigd. De hoofdoorzaak was het insecticide DDT, dat door zijn gechloord koolwaterstof de embryo’s in eieren van vogels liet afsterven, of de eierschalen zo dun maakte dat zij tijdens het broedproces braken. Hierdoor werden geen vogels meer geboren, wat in Duitsland vooral voor de slechtvalk ernstige gevolgen had. Het waren toen de valkeniers die hun kweek in het wild vrijlieten, waardoor wij vandaag de dag nog het snelste dier van de wereld bij ons kunnen aanschouwen.